Nat

De regen slaat hard tegen het woonkamerraam, de wind giert door bladloze bomen, de mussen in de tuin wachten de bui af en klampen zich hardnekkig vast aan de klimop op de schuur. Gisteravond onder het genot van een Jupiler biertje wordt er afgesproken om als het zondag te hard regent niet te gaan fietsen. Waarschijnlijk de alcohol in zijn bloed heeft Post deze afspraak doen vergeten want ondanks de slagregens wordt er afgesproken op de Grafbrug. We gaan om 10 uur, is de mededeling want dan is het droog. Arie Kooy zegt toe, de rest reageert wijselijk niet of haakt af. Net voor tienen rij ik richting GB in de stromende regen. “ Ik gooi die app van Buienradar van mijn Telefoon” beloof ik mijzelf, “daar klopt toch geen kut van”. De wereld is compleet verlaten, geen hond te zien, op de grafbrug is ook nog niemand. De wind en regen zorgen ervoor dat ik binnen 1 minuut al zeiknat ben. De GB is geen goede plek, dus ik zoek beschutting onder een grote eik op de trekkade. Na een paar minuten komt Post aangereden, ogen half dichtgeknepen tegen de striemende regen die zijn gezicht geselt. Tien over tien en nog geen Kooy te zien. Post en Dijkx besluiten maar te gaan rijden want langer wachten is geen optie in dit weer. Er wordt afgesproken om voornamelijk grindpaadjes te pakken vandaag, ook deze belofte wordt snel opzij geschoven. Aan het eind van de Foppenplaskade pakken we een stukkie gras naar de uitkijktoren langs de Boonervliet, na drie keer mijn trapper te hebben rondgetrapt sta ik nog steeds op dezelfde plek en m’n fiets en ik zitten onder een centimeter modder. Het blijkt heel rustig te zijn in de Broekpolder, geen honden en geen mensen, een mooie gelegenheid om eens van de gebaande paden af te wijken. We voelen ons net een moderne Columbus, we komen op plekken waar echt nog niemand is geweest. Opeens kijken we uit over een uitgestrekt dampend meer waar in de verte runderen hun dorst staan te lessen, Zilverreigers, fazanten, Blauwe reigers zijn allemaal op het gemak aan het foerageren in dit prachtige stukje natuur. Als ik mijn ogen half dichtknijpt zie ik zo een aantal indianen en hun tipi’s in de verte. Post en ik besluiten om dwars door dit natuurgebied te trekken, diverse uitdagingen zoals mansdiepe plassen en steile glibberige heuvels worden zonder probleem overwonnen. De regen is op het moment wat minder, dus we genieten met volle teugen van dit schitterende schouwspel. We doen ook nog een stukje parcours en wat oude paden, wat een genot geen honden . Via een mooi park ergens midden in Vlaardingen rijden we richting Vlaardingen Oost waar we het pad langs de geluidswal van de A4 pakken. Post hanteert een moordend tempo, ik kan hem maar ternauwernood bijhouden pff. Alle paden die we nemen, hebben onder de vorst geleden en lopen voor geen meter, het is hard werken. Aan het eind van de geluidswal krijgen we de volle wind tegen, Post heeft koude handen en ik heb voeten als ijsklompjes, wat niet zo gek is want mijn voeten zijn doorweekt. Via de zwaarlopende paadjes langs de A20 en paadjes bij de surfplas komen we in de Zuidbuurt waar de wind vrij spel heeft. Wij besluiten de nieuwe weg te nemen die gemaakt is voor de Blankenburgh tunnel. We moeten nog wel ff om een hek klimmen waar post bijna tot zijn kruis met zijn ene been in de modder zakt. Zonder 112 te bellen kunnen we gelukkig weer verder, de enige schade is een zwarte stinkende voet. In de buurt van de A20 komen we het volgende obstakel tegen. Een nog groter en steviger hek. De slootrand is een en al modder maar dit is de enige optie om het hek te passeren. Dijkx gaat als eerste en zakt met zijn 95 kilo tot aan zijn knieën in de blubber dan is Post aan de beurt, hij zakt net zover weg met zijn 65 kilo . Gelukkig staat er in het tunneltje onder de A20 bijna 50 centimeter water en zijn we als snel tot onze knieën weer schoongewassen. Op de GB nemen we afscheid. Ondanks het barre weer toch weer een avontuurlijk ritje, bedankt Post voor het kopwerk.